Bergkerkplein 1-2 De Priorij
Dit huis staat op de plek van de woning van de prior, de kloosteroverste van de Bergkerk. Deze kerk werd gebouwd door de paters Norbertijnen uit het Duitse klooster Varlar bij Coesfeld in Westfalen. Het huis heette daarom ook later nog de Priorij, in feite de middeleeuwse pastorie die bij de Bergkerk hoorde. Het erf van de Priorij grensde direct aan de noordzijde van het oorspronkelijke kerkhof.
Het huis lag dicht bij de haven en was in de 16e en 17e eeuw in handen van belangrijke kooplieden. De stad Deventer verkocht in 1742 de Priorij als voormalig bezit van de kerk.
In 1849 wordt metselaar Hendrik Jan Bueters de eigenaar. Hij gaf het pand omstreeks 1860 haar huidige vorm. In 1880, in de tijd dat de stad zich van haar vestingwerken ontdeed, kocht de gemeente het kerkhof rondom de kerk van het kerkbestuur en stelde het in 1897 open als park. De gemeente kocht ook de priorij en bouwde naast dit pand in 1882 de Houtmarktschool.
Het huidige pand no.12 heeft een typisch 19e-eeuws uiterlijk. De stijl is het sobere Neoclassicisme dat een groot deel van de 19e eeuw in de mode was. Het huis is aan drie zijden gepleisterd. De entree wordt omlijst door twee pilasters en bekroond door een kroonlijst die tevens de dakgoot omvat. Bijzonder is nog het gesmede hek aan de straatzijde met uitgewerkte bekroningen van de hekpalen.
In het boek Dêventer Vrogger en Noe deel 2 vertelde de schrijver Hein van Beek (1868-1956) over dit pand nog:
“O! maor dat huus, stêet d’r nog, doar woont de familie Thoden van Velsen nog in , ’t vroggere heufd van de Bergschôole”.